La Torre
|Net als Chíabal is La Torre niet te vinden op Google Maps. En toch is dit het hoogste niet-vulkanische punt van Midden-Amerika (de vulkaan Tajumulco is het hoogste – 4220m). La Torre ligt op 3.820 meter, dus we moeten vandaag zo’n 500 meter klimmen om daar te komen. Gelukkig hebben we al twee nachten op hoogte doorgebracht (Xela – 2.300m, Chíabal – 3.300m) en zijn we dus al enigszins gewend aan de frisse en zuurstofarme lucht van het hoge Guatemala.
Toch voelen we de hoogte al snel als we beginnen te klimmen. De lucht is ijl, en het pad als rotsige trappen. Op deze hoogte is de maximale zuurstofopname al met ruim 20% verminderd. Ondanks dat we veel drinkwater bij ons hebben, hebben de mannen hoofdpijn en loopt Yady met een onaangename hartslag naar boven. Alleen Yahir heeft, tot net onder de top, nergens last van.
De natuur is prachtig. De grote Amerikaanse Agave-planten met hun menshoge bladeren en lange stelen markeren het pad naar boven. De maya’s noemen ze ‘Maguey’; de vezels in bladeren worden gebruikt voor het maken van touw. Ook worden ze gebruikt om de gewasvelden te markeren. In Mexico maken ze Tequila van de blauwe variant.
Onderweg zijn de uitzichten bijzonder. De horizon wordt zelfs nog zichtbaar onderbroken door enkele vulkanen. Helaas wordt het vergezicht op de top ons ontnomen door de wolken. Toch hebben we, na bijna 3 uur lopen, allemaal een voldaan gevoel als we de dubbelgevouwen kaastortillas van de familie Don Domingo op de top nuttigen. Fransisco vertelt ons dat de dit ook een plek was waar de guerrilla werd gevoerd, en dat La Torre (“de toren”) toen ook zijn naam heeft gekregen. Hier kon de lokale Maya-bevolking zich goed verdedigen omdat zij gewend zijn aan de hoogte en het gebied op hun duimpje kennen.
Na de afdaling, rond het middaguur, vertrokken we weer richting huis. Een lange afdaling van een ijskoude 3820 naar tropische 65 meter lag in het verschiet. We haalden het niet voor het donker werd. Dankzij de zeer slechte wegen liet ‘La Celeste’ ons opnieuw in de steek. De vele gaten in de weg – niet zichtbaar in het donker – werd de oude Mazda fataal, op ongeveer een uur van huis. De veer van de schokbreker brak, waardoor we niet verder konden. Met veel geluk vonden we een kleine medische post waar een bewapende bewaker ons toestemming gaf de auto te parkeren.
We vonden Eliu, de man van zus Yeymi, bereid om ons te komen ophalen in een pick-up. Toen hij even na 22:00 aankwam bleek hij zijn neef Melvin te hebben meegenomen die vrachtwagens repareert. Met veel creativiteit (hij deed niet onder voor MacGyver!) kon hij de veer stabiliseren en weghouden bij het wiel. Terwijl de eerste dikke regendruppels uit de hemel vielen, laadden we alle tassen en overige gewicht in de pick-up; Yadyra en Hemerzon kropen achterop de laadbak op de tassen, en Yahir en ik voorin (je wilt hier niet gezien worden met twee rijke westerlingen midden in de nacht). Zonder dit overgeladen gewicht bleek de Mazda te kunnen rijden! Met de pick-up reden we langzaam voorop om gaten in de weg te spotten, en de Mazda er achteraan. Inmiddels was het noodweer losgebarsten – in volle glorie. Ongelofelijk hoe Eliu de pick-up op de weg hield. Enige houvast waren de kanten van de weg, en de frequente bliksemschichten die steeds een paar milliseconden het verloop van de weg lieten zien. De doorweekte Hemerzon en Yadyra gaven aanwijzingen aan Eliu hoe de Mazda het deed. Een enkele keer moesten we stoppen om de achterband van de ‘Celeste’ te controleren – een klapband kon fatale gevolgen hebben in dit spookachtige niemandsland.
Even na middernacht naderden we Cuyuta, toen we een nieuwe uitdaging naderden: De bliksem had een elektriciteitskabel geraakt, die met sissende sprongen een heftig las-achtig vuur veroorzaakte in de berm. De vonken sprongen alle kanten uit en Eliu aarzelde om door te rijden. Na een korte observatie besloten we het te wagen. Het leek erop dat de kabel alleen in de berm bleef bewegen, en we konden ‘m op enige afstand passeren. Eenmaal ter hoogte van de paal was het vuur zo sterk dat we er niet in konden kijken. Ondanks de stortbuien en de wind leek de kracht van een hoogspanningsleiding zo sterk als een mega-lasapparaat van Opa Salvador.
De toegangsweg naar huis bleek ondergelopen te zijn door de vele regen. We laveerden de twee auto’s door de donkere straten van het dorp (in delen was de stroom uitgevallen) en kwamen uiteindelijk – na ruim 12 uur ‘reizen’ – thuis aan. Yahir werd wakker op mijn slapende benen toen Oma Blanca ongerust kwam kijken hoe we het gered hadden.
We hebben zeker nog een uur onze verhalen zitten te delen aan Opa en Oma, toen rond 02:15 ook figuurlijk wel het licht uitging. We hebben nog wat natte spullen uitgepakt en zijn toen als een blok in slaap gevallen. Para nunca olvidar!
[nggallery id=14]
Bergflora boven 3.500m:
[nggallery id=15]
pfff dat was me dus het dagje wel ! Het is een mooi verhaal om te lezen. Heb je al een uitgever gevonden ?
Mijn reactie op jullie geweldige ervaringen staat bij ‘Xela’, maar zou natuurlijk onder ‘La Torre’ moeten staan! Ws hadden jullie dat al begrepen…….
Een prachtig, kleurrijk en spannend reisverslag. Bedankt dat je ons mee laat genieten.
Nog eens in alle rust gelezen en de foto’s bekeken. Wat een mooie verhalen en plaatjes, je hebt misschien wel je roeping gemist! We kunnen ons hiermee heel goed inleven in de tocht die jullie hebben gemaakt. Heel erg gaaf.
Wat een verhaal! Spannend en indrukwekkend,wat betreft de belevenissen en natuur! Dat zal jullie lang heugen!!
Que historia y que aventura,para nunca olvidar
Hola,ala mucha pero que bonitas fotos y que buena aventura,y sobre todo para Yahir que superrrr / y calidad de comvivir un poquito con la gente eso era calidad para Yahir tambien ahora ya sabe como viven los Mayas calidad y contar en su escuela …..Wat Aventuur!!!!!!
saludos y sigan pasandola superrrrr….se les quiere mucho 🙂